Stichting Glasvezel Dombosch werd in 2011 door enkele lokale bedrijven uit de gemeente Geertruidenberg opgericht. Zij wilden graag een glasvezelaansluiting, maar vonden de tarieven die daarvoor door marktpartijen werden gevraagd, veel te hoog. Ze besloten dat zij dat goedkoper zouden kunnen met een eigen glasvezelnetwerk.
Na de aanleg van het eerste glasvezelnetwerk op de bedrijventerreinen Dombosch I en II, volgden in 2014 ook de terreinen Keizersveer en De Pontonnier. Op dit moment zijn er ruim 100 bedrijven aangesloten op het glasvezelnetwerk van Stichting Glasvezel Dombosch. In de loop van het jaar komen hier nog verschillende nieuwe aansluitingen bij. Dan zullen ook alle beveiligingscamera’s op industrieterrein Dombosch worden aangesloten op het glasvezelnetwerk.
Om ook in de toekomst verder uit te kunnen breiden en om extra veiligheid in te bouwen besloot Glasvezel Dombosch een tweede POP (Point-of-Presence) te bouwen. Vanuit een dergelijk hoofdverdeelstation gaan de glasvezelkabels naar de bedrijven die aangesloten zijn op het netwerk. De tweede POP op het industrieterrein betekent dat ieder bedrijf op twee verschillende verdeelstations wordt aangesloten. Mocht er zich een probleem voordoen bij het ene station, dan kan het tweede onmiddellijk de doorgifte overnemen.
De bouw van het station is inmiddels afgerond. Het maken van alle nieuwe verbindingen is echter een flinke klus. “In de afgelopen periode zijn onze mensen druk bezig geweest om afspraken te maken met onze klanten. Bij ieder bedrijf dat is aangesloten op ons netwerk dient tenslotte de nieuwe kabel afgemonteerd te worden. Ook bij bedrijven die geen klant van ons zijn. Het gaat dan al snel om 300 panden,” vertelt Rob Mureau, woordvoerder van Glasvezel Dombosch.
Voor de Stichting Glasvezel Dombosch is het dus een drukke periode. En dat ligt niet alleen aan de bouw van de POP. “We zijn steeds op zoek naar mogelijkheden om onze klanten nog beter van dienst te zijn,” zegt Mureau. “We werken hard aan een aantal nieuwe diensten voor onze glasvezelklanten en lokale ondernemers.” Wat er precies gaat gebeuren kan hij nu nog niet vertellen. “Het is nog te vroeg om met concrete zaken naar buiten te komen, maar we denken de dienstverlening in de komende tijd flink uit te kunnen breiden.”
